Uitleg symbolen, meldingen en foutcodes Accu-Chek Performa

Uitleg symbolen, meldingen en foutcodes Accu-Chek Performa

Uitleg symbolen, meldingen en foutcodes van de Accu-Chek Performa bloedglucosemeter

De Accu-Chek Performa is een populaire bloedglucosemeter. Mensen zijn erg tevreden over de gebruiksvriendelijkheid en betrouwbaarheid van het apparaatje. Desondanks gaat er weleens iets mis en verschijnt er een melding of een foutcode in het display. Dit kan meerdere oorzaken hebben. In de meeste gevallen is het een gebruikersfoutje en dat is gunstig, want dan kunt u het meestal zelf oplossen.

Wat te doen bij foutmelding E1, E3, E6 of E9?

U kunt de handleiding erop naslaan die u in het startpakket vindt van de Accu-Chek Performa bloedglucosemeter. Daarin vindt u een hoofdstuk waarin alle meldingen, foutcodes en symbolen worden uitgelegd. Maar u kunt ook de tabellen hieronder bekijken, want daarin leggen wij ook uit welke handelingen u dient uit te voeren bij een melding of foutcode.

Gebruikt u de juiste teststrip voor de Accu-Chek Performa?

Voordat u van alles gaat uitzoeken, kijkt u eerst even of u wel de juiste teststrips gebruikt. Het gebeurt regelmatig dat mensen contact met ons opnemen en dat uiteindelijk blijkt dat zij helaas de verkeerde teststrips hebben besteld. Voor de Accu-Chek Performa bloedglucosemeter heeft u de Accu-Chek Performa teststrips nodig.

Meer informatie over het gebruik van de juiste teststrips vindt u in onze blog ‘Welke teststrips heeft u nodig?

Wat u ziet Wat het betekent en wat u kunt doen
De meter kan niet worden aangezet of er wordt op de display niets weergegeven.
  • De batterij is leeg. Plaats een nieuwe batterij
  • De display is beschadigd. Neem contact op met Roche
  • De meter is defect. Neem contact op met Roche
  • Extreme temperaturen. Verplaats de meter naar een ruimte met een meer gematigde temperatuur.
De batterij is bijna leeg. Vervang de batterij zo spoedig mogelijk.
De meter bevindt zich in de instelmodus. U kunt de instellingen veranderen of bevestigen.
De meter is gereed voor het plaatsen van een teststrip.
De meter is gereed voor het opzuigen van een druppel bloed of controleoplossing.
De bloedglucosewaarde kan hoger zijn dan het meetbereik van het systeem.
Zie 'Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten' in de tabel hieronder.
De bloedglucosewaarde kan lager zijn dan het meetbereik van het systeem.
Zie 'Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten' in de tabel hieronder.
De bloedglucosewaarde ligt beneden de ingestelde grenswaarde voor hypoglykemie (lage bloedglucosewaarde).
Zie 'Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten' in de tabel hieronder.
Er is een algemene markering toegevoegd aan dit meetresultaat.
Er is een Voor maaltijd-markering toegevoegd aan dit meetresultaat.
Er is een Na maaltijd-markering toegevoegd aan dit meetresultaat.
Er is een Voor maaltijd-markering toegevoegd aan dit meetresultaat en de herinnering aan een meting na de maaltijd is geactiveerd.

E-1

De teststrip kan beschadigd of onjuist geplaatst zijn. Verwijder de teststrip en plaats deze opnieuw of vervang de teststrip als deze beschadigd is.

E-3

Uw bloedglucosewaarde kan extreem hoog zijn of er kan een probleem met de meter of teststrip opgetreden zijn.


  • Als uw meetresultaat in overeenstemming is met uw fysieke toestand, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw arts of medische beroepsbeoefenaar.
  • Als uw meetresultaat niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand, moet u de bloedglucosemeting herhalen. Zie 'Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten' in de tabel hieronder.
    • Als de E-3 foutmelding na de bloedglucosemeting opnieuw verschijnt, kan uw bloedglucosewaarde extreem hoog zijn en boven het meetbereik van het systeem liggen. U moet direct contact opnemen met uw arts of medische beroepsbeoefenaar.
    • Als het tweede meetresultaat niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand, moet u een functiecontrolemeting met controleoplossing en een nieuwe teststrip uitvoeren.
    • Als het resultaat van de functiecontrolemeting binnen het toegestane bereik ligt, moet u controleren of u de controle juist hebt uitgevoerd en de bloedglucosemeting met een nieuwe teststrip herhalen.
    • Als het resultaat van de functiecontrolemeting niet binnen het toegestane bereik ligt.

E-4

Er is voor een meting niet voldoende bloed of controleoplossing in de teststrip opgezogen of het monster is na het begin van de meting opgezogen. Gooi de teststrip weg en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting.

E-6

Het bloed of de controleoplossing was al door de teststrip opgezogen, voordat het knipperende druppelsymbool op de display was weergegeven. Gooi de teststrip weg en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting.

E-7

Er is een elektronische storing opgetreden of er is, in zelden voorkomende gevallen, een gebruikte teststrip verwijderd en opnieuw in de meter geplaatst. Zet de meter uit en weer aan of verwijder de batterij 20 seconden en plaats deze hierna weer terug. Voer een bloedglucosemeting of een functiecontrolemeting uit.

E-8

De temperatuur ligt boven of beneden het juiste bereik van het systeem. Raadpleeg de bijsluiter van de verpakking van de teststrips voor de condities voor het gebruik van het systeem. Ga naar een ruimte met de juiste condities, wacht 5 minuten en herhaal de bloedglucose- of functiecontrolemeting. Probeer de meter niet versneld op te warmen of af te koelen.

E-9

De batterij is bijna leeg. Vervang de batterij onmiddellijk. Als de melding opnieuw verschijnt nadat de batterij is vervangen, moet u de batterij opnieuw verwijderen, op een willekeurige toets van de meter drukken en de batterij vervolgens weer in de meter plaatsen.

E-10

De instellingen van tijd en datum kunnen onjuist zijn. Controleer of de tijd en de datum juist zijn ingesteld en pas deze zo nodig aan.

Ongebruikelijke bloedglucoseresultaten Accu-Chek Performa

Als uw bloedglucoseresultaat niet in overeenstemming is met uw fysieke toestand, kunt u de onderstaande lijst gebruiken om het probleem op te lossen.

# Controle van de mogelijke oorzaken Actie
1 Was de vervaldatum van de teststrips overschreden? Gooi de teststrips weg als de vervaldatum overschreden is. Herhaal de bloedglucosemeting met een niet-vervallen teststrip.
2 Is de flacon teststrips goed met de dop afgesloten geweest?
Vervang de teststrips, als u vermoedt, dat de flacon teststrips enige tijd niet correct afgesloten is geweest. Herhaal de bloedglucosemeting.
3 Is de teststrip onmiddellijk, nadat deze uit de flacon teststrips is genomen, gebruikt?
Herhaal de bloedglucosemeting met een nieuwe teststrip.
4 Zijn de teststrips op een koele, droge plaats bewaard geweest? Herhaal de bloedglucosemeting met een correct bewaarde teststrip
5 Heeft u de aanwijzingen correct opgevolgd? Neem de gebruiksaanwijzing nogmaals door en herhaal de bloedglucosemeting. Neem contact op met Roche als de problemen blijven bestaan.
6 Functioneren de teststrips goed? Voer een functiecontrolemeting uit. Zie handleiding, hoofdstuk Uitvoeren van een functiecontrolemeting, voor aanwijzingen.
7 Weet u nog steeds niet zeker of u de oorzaak van het probleem heeft gevonden? Neem contact op met Roche.

Uitleg symbolen en foutcodes Contour bloedglucosemeter

Heeft u geen Accu-Chek Performa bloedglucosemeter, maar een Contour glucosemeter? En zoekt u meer uitleg over de symbolen en foutcodes van deze meter? Lees dan ook eens onze blog 'Contour Glucosemeter, uitleg symbolen en foutcodes'.

22 augustus 2019